Dr. P.J.H. Cuypers, (1827 – 1921) de architect van het Rijksmuseum, het Centraal Station, kasteel de Haar, bijna 80 kerken en andere gebouwen, is een door velen erkende, maar ook omstreden sleutelfiguur van de negentiende eeuw. Hij meende dat een rationele bouwkunst gebaseerd op de middeleeuwse gotiek de maatschappij kon veranderen.Als Rijksadviseur heeft hij grote opdrachten uitgevoerd die het volk liefde voor de kunst moest bijbrengen, cultureel moest verheffen en moest terugleiden naar, aan de middeleeuwen ontleende, samenbindende gemeenschapswaarden.
 
Cuypers was een gedreven mens, die ook een groot organisator en netwerker was. Door zijn vele creaties is hij van grote invloed geweest op het beeld van stad en land in de 2e helft van de negentiende eeuw. Vanuit Roermond en Amsterdam doorkruiste hij het land. Met strategisch geplaatste gebouwen vol symboliek beïnvloedde hij het aanzien van Nederland.Cuypers’ opvattingen over restauraties, de internationale context waarin hij zijn ideeën ontwikkelde, zijn pleidooi voor een herwaardering voor de gotische architectuur, de vele leerlingen en zijn invloed op architecten als Berlage en de Klerk, maakten hem tot de belangrijkste Nederlandse architect van zijn tijd. Daarbij had hij het geluk dat de katholieke emancipatie en bewustwording na het herstel van de bisschoppelijke hiërarchie in 1853, samen ging met een langdurige opleving van de Nederlandse economie en het sociale en culturele leven in de laatste decennia van de negentiende eeuw.Door zijn vriendschap met letterkundige en hoogleraar kunstgeschiedenis J.A. Alberdingk Thijm, komt Cuypers ook in contact met de priesterJ.W. Brouwers, redacteur van het deftige dagblad ‘De Tijd’, die in 1872 in Bovenkerk tot pastoor werd ‘weggepromoveerd’. Uit de hechte contacten van dit drietal, – dat ook wel het “Roomsche ABC” werd genoemd, vanwege hun grote bijdrage aan de katholieke emancipatiestrijd -, werd door Pastoor Brouwers al snel besloten dat in Bovenkerk een nieuwe kerk zou moeten verrijzen, die ‘de breedste, hoogste, en vormrijkste moest worden in geheel Amstelland’. En natuurlijk van de hand en tekenpen van zijn vriend Pierre Cuypers. .Door zijn veelzijdigheid – naast architect was Cuypers ook ontwerper van (kerk-)  meubels en (kerk-)interieurs, ondernemer en leider van een groot architecten-bureau en een atelier voor religieuze kunst – komt hem een bijzondere plaats toe in de geschiedenis van architectuur. In Amsterdam worden momenteel twee gebouwen, het Centraal Station en het Rijksmuseum, juist nu niet alleen gemoderniseerd maar ook in hun oude luister hersteld met veel respect voor de maker, Pierre Cuypers.