Sleur

Column “Achter de kaft 25” op 8 maart 2022 van Dolf Middelhoff, hoofdredacteur en fotograaf.

Het begint een beetje sleur te worden: potje verf opzoeken en weer openen, kwastje er weer bij, weer dat gesleep met een trap, weer iemand de ladder op en maar weer smeren. Op zondag 4 maart was het weer eens zover. De grens kon weer worden opgehoogd, nu tot 870.000 euro. Het wordt zo gewoon, terwijl ik nooit de verwachting had dat we ooit over de 500.000 zouden komen. Je wordt er bijna blasé van.

Alle gekheid op een stokje, de verbondenheid met de Urbanuskerk is ongekend en gaat over de grens van het graf heen. Aanleiding voor de verhoging was deze keer onder andere een fantastisch legaat van de vorig jaar overleden Kees van den Helder. De familie overhandigde aan Herman Harte, die de zieke Clem Venne verving, de bijbehorende envelop en het was aan broer Theo van de Helder om de trap te beklimmen en de kwast te hanteren. Dat er in totaal 70.000 euro kon worden bijgeboekt was mede te danken aan een aantal nieuwe donateurs en subsidieverstrekkers. De Stichting Vrienden van de Bovenkerkse Urbanus en de Parochie Amstelland zijn álle gulle gevers diep dankbaar; dat kan niet voldoende worden herhaald. Het mag misschien dan sleur worden, het gaat nog lang niet vervelen. Op naar de miljoen!

Ank Overwater – Van den Helder overhandigt de envelop aan Herman Harte

Het legaat van de familie van de Helder is overigens ‘geoormerkt’: het was de vurige wens van de overledene dat het legaat wordt besteed aan het onderhoud van de Jozef- en Maria-altaren die uit de inboedel van de Werenfriduskerk in Workum worden overgenomen, en het herstel in oude glorie van het ‘luminarium’, de kroonluchter.

Jozefaltaar Workum
Trieste resten van het ‘luminarium’
Maria-altaar Workum

Op een recente wandeling van het Centraal Station in Amsterdam naar het Scheepvaartmuseum, deed ik de Nicolaaskerk op de Prins Hendrikkade maar eens aan. Ik ken die kerk al vanaf mijn vroegste voetstappen door de stad maar was er, moet ik tot mijn schande bekennen, nog nooit binnen geweest. De kerk was onlangs in het nieuws vanwege een oecumenische dienst voor Oekraïne, maar ik had ook een andere reden er eens mijn licht op te steken. Achter in de kerk, aan de linkerzijde tegen een zuil, met het gezicht naar de voorgevel, staat een beeld van de Haarlemse beeldhouwer Maas. Het stelt Jozef met het Christuskind voor. Van Frans Loots, die onze kruiswegstaties heeft geschilderd, hebben we een portret-, een trouw- en een familiefoto, maar we hebben nu ook een 3D-portret van hem: voor het beeld in de Nicolaaskerk heeft Loots met zijn zoontje Han model gestaan. Johannes Petrus Maas (1861-1941) was de buurman van Loots aan de Emmastraat in Haarlem. Loots zelf gebruikte ook regelmatig gezinsleden en kennissen als model.

Jozef en het Christuskind van JP Maas

Ik citeer graag het volgende van de website van de Nicolaasparochie: “De veertien kruiswegstaties (1891-1898) van Jan Dunselman zijn de grootste die hij maakte. Schildertechnisch zijn ze van belang aangezien hij ze in zijn streven naar het gebruik van nieuwe materialen aanbracht op de ruwe achterkant van linoleum. [Ook Loots schilderde op linoleum, maar dan op de gladde kant. DM] Het verhaal gaat dat hij voor de figuren parochianen als model koos. Zo kunnen Amsterdammers wellicht nog het gezicht van een voorouder ontdekken. Tijdens de grote restauratie van de Nicolaaskerk (1997-2001) zijn de kruiswegstaties in hun oude glorie hersteld.”

Hoewel ze in een totaal andere stijl zijn geschilderd dan die van Loots, kan ik ze van harte aanbevelen!

Comments are closed, but trackbacks and pingbacks are open.