De restauratie van de glas-in-lood ramen

Column “Achter de kaft 17” op 8 juli 2021 van Dolf Middelhoff, hoofdredacteur en fotograaf.

De laatste “Achter de kaft” is alweer even geleden. Tijd om de draad op te pakken. Dit keer in ‘s Gravenzande waar Glasatelier Oud Rijswijk is gevestigd. Het is een eind rijden, maar vlak voor je er bent, passeer je het dorp HEENWEG. Erg geruststellend te weten dat je op de goede weg bent. Op de terugweg kom je er overigens ook weer langs.

De maandag na de brand werd het rozetvenster van Het Mirakel van Amsterdam uit zijn vatting genomen om naar ‘s Gravenzande te worden gebracht. Daar heeft het al die tijd gestaan en heeft men aan het herstel ervan gewerkt. Dat was niet veel werk, want dit raam was in redelijke staat. Dat mag een wonder heten, want juist in het noordwestelijke transept was het dak naar beneden gevallen. Het venster staat in het atelier in onderdelen te wachten op terugplaatsing in de kerk. Daarvoor moet eerst de definitieve maatvoering bekend zijn, want er moet nog een breukrand aan worden toegevoegd. Dat is een smalle ring van glas om het geheel heen, die ervoor zorgt dat er geen breuk aan de randen van de rozet optreedt, wanneer dat moet worden uitgenomen. Deze moet dus op het laatst op maat worden gemaakt.

De Martelaren van Gorcum

Aan de overzijde van de kerk was de situatie geheel omgekeerd. Het dak bleef erop, maar omdat aan die zijde de brandhaard zat, heeft de brandweer delen van de rozetramen moeten inslaan om er water door naar binnen te kunnen spuiten. De schade aan die rozet is dus enorm. Sommige delen zijn op de kerkvloer teruggevonden en gered, andere zijn in rook opgegaan. Zo is er niets teruggevonden van de monstrans die in het bovenste deel zit. Deze moet dus opnieuw worden getekend en op nieuw glas worden gebrandschilderd. Dat is een proces waarbij met allerlei schildertechnieken een afbeelding op het glas wordt geschilderd om er in de oven op gebrand te worden. Na de verhitting tot ca. 630 graden Celsius is de afbeelding definitief in het glas opgenomen. Hij verkleurt ook door de warmte, dus het is zaak dat de glasschilder de reactie van zijn contour- en grisailleverven goed kent.

Restauratie zijramen

Intussen wordt er op de steigers van de kerk door de mannen van de buitendienst gewerkt aan het herstel van de heiligenramen. De brugstaven – de horizontale metalen staven die de delen van de gestapelde ramen onderscheiden en in de muur verankeren – worden losgebikt om de uiteinden roestvrij te maken en opnieuw te beschermen. In de brugstaven zijn meteen de draadeinden aangebracht die straks het beschermende voorzetglas moeten gaan dragen. De kerk wordt in verband met klimaatbeheersing geheel voorzien van dubbele beglazing. Gedurende dit proces worden meteen kleine glasreparaties uitgevoerd. Daartoe worden de lood strips geopend om er het glas uit te kunnen nemen, zonder dat het hele raam hoeft te worden verwijderd. Dit beschadigde glas gaat vervolgens naar ’s Gravenzande waar de afbeelding in het atelier wordt gekopieerd op nieuw glas en gebrand in de oven om daarna terug te worden gebracht naar Bovenkerk waar het weer in het raam wordt teruggeplaatst. Niet van alle ramen is op dit moment de staat bekend. Sommige zitten nog achter beschermende planken, maar ook daarvan zullen we binnenkort weten hoeveel eraan moet worden gerestaureerd.

Kijkje achter het (beeld)scherm

Ik kreeg in ’s Gravenzande een geestdriftig college van bijna twee uur over alle ins en outs van de productie van gebrandschilderd glas. Een kort overzicht van de verschillende technieken door de eeuwen heen wordt in het atelier aanschouwelijk gemaakt door een wand waarin de verschillende technieken en stijlen zijn toegepast. Die scheidt meteen het serene atelier van de rumoerige en stoffige werkplaats. Op het computerscherm kreeg ik een demonstratie van de digitale techniek die restaurateurs tegenwoordig kunnen inzetten. In een document dat uit meerdere lagen is opgebouwd, was een fragment te zien van het rozet van De Martelaren van Gorcum. In de voorste laag was een foto geplaatst van het kapotte raam en in de onderste laag een foto van hoe het ooit was. (Daarvoor zijn de foto’s gebruikt uit het boek over de Urbanus dat een paar maanden voor de brand ten doop was gehouden.) Door de bovenste laag transparanter te maken kun je goed zien welke delen opnieuw gebrandschilderd moeten worden.

Ik kan niet wachten tot ik het belletje krijg dat onze rozet op de werkbank komt te liggen. Er is geen haast bij en dat is maar goed ook, want eerst moet de pui van het Bijenkorfgebouw in Den Haag worden gerestaureerd.